De inprentingsfase
Puppies zijn tot ze een week of 14 zijn in de zogenaamde inprentingsfase. Dat betekent eigenlijk zoveel als dat ze helemaal open staan voor dingen als in een soort ontdekkingstocht. Van de meeste zaken schrikken ze niet, mits het baasje tenminste geen aanleiding hiertoe geeft. LET WEL. Het baasje hiertoe geen aanleiding geeft. Dat is namelijk de meest voorkomende oorzaak van ‘vreemd’ gedrag bij honden. Als er een geluid klinkt en jij kijkt daar geschrokken naar op, dan zal de hond hiervan een onprettig gevoel over houden. Zijn baasje is namelijk blijkbaar ergens niet gerust van. Als je daarentegen gewoon doorloopt alsof er niets aan de hand is, zal je hond dit voorbeeld heel snel en makkelijk volgen. Zeker als de hond in de inprentingsfase is. Daarom is het goed om tijdens de eerste 14 weken het hondje naar zo veel mogelijk plaatsen mee te nemen. Dus niet het hondje binnenhouden, omdat de wereld zo eng is. Nee juist naar zoveel mogelijk dingen meenemen. Dus ja, neem het hondje mee naar de puppycursus. Dat geeft je hondje de gelegenheid om op heel jonge leeftijd al kennis te maken met soortgenoten. En ja, terwijl ze loslopen met elkaar. De jonge hondjes leren daardoor te communiceren op een ‘hondse’ manier. En wat ons betreft zo min mogelijk om een ‘mensen’ manier. Want dan leren ze het vaak op een manier die ze zelf niet goed begrijpen.
Naast de puppycursus raden we aan om liefst elke dag, je hondje mee te nemen. Bijvoorbeeld naar een markt, naar het bos (vermijd daarbij in de eerste twee weken plaatsen waar veel uitwerpselen liggen van andere honden), naar het park, maar zeker ook naar familie en kennissen. Eventueel naar de kroeg of naar een terras van een restaurant, pannenkoekenhuis of andere horecagelegenheid. En ja, neem je hondje mee met de auto, de trein, de bus of andere vervoersmogelijkheden. Laat je hondje in het eerste jaar nog niet naast de fiets lopen. Daarvoor is hij nog te jong.
Als het qua verkeer en veiligheid kan, laat je hondje dan het liefst loslopen. Laat hem de wereld ontdekken. Laat hem snuffelen. Laat hem uitzoeken wat wel en niet leuk is in de wereld. Een heel leuke oefening is bijvoorbeeld om in het bos of op de hei, van het pad af te gaan. Voor een jonge pup is het lopen door de hei nog best een moeilijk iets. En loop dan gewoon door. Je hondje moet dan echt zijn best gaan doen om je bij te houden. En moet daar soms over en door struiken heen klimmen etc. Je bereikt daarmee erg veel. Je pup leert dat jij als leider een bepaalde kant op gaat. En dat volgen dan een kwestie is van doorzetten, omdat het terrein redelijk lastig is. Daardoor zal zijn gewoonte worden om jou in de gaten te houden. En zijn best te doen om bij jou in de buurt te blijven. Terwijl het ook een leuke ervaring is. Kijk maar eens achterom. Je zult een blij kwispelende hond zien, die je probeert bij te houden.
En dat is ook meteen de kern weer van liefdevol leiderschap. Je toont op een natuurlijk manier leiderschap. Je puppy leert je te volgen en ervaart dit op een plezierige manier. Terwijl hij nog volledig onbevangen is.